Deel 4
Steinebruck (Hemmeres D) - Ouren
Tussen Hemmeres en Auel volg je de Our door een prachtig natuur, wandel en fietsgebied. De wandelwegen zijn zeer goed aangegeven, soms waant men zich in Ierland, smalle wegen, ontstuimige kolkende bergbeekjes vermengen zich met de zelf verzekerde, stevig, oprukkende Our.
Dit is tevens in ornithologische kringen een zeer vogelrijk gebied met tal van zeldzame, gevederde zweefvliegtuigen zoals de zwarte ooievaar.
Vanuit de bergtoppen houdt de rode wouw de blik op zijn niets vermoedende kruipende prooien.


In Steffenshausen zijn er 2 kerken, waaronder de kerk van pastoor Schoonbroodt, een ‘ourconservatieve’ geestelijke waar de dienst nog wordt gehouden volgens de tridertertijnse lithurgie. Alles verloopt er nog zoals vroeger in de jaren 60.

km 99,962 - 352,74 m NN
Voor de bouw van het stationsgebouw moest de Our over zo'n 250 meter in de richting van Steffenshausen verlegd worden. Om het terrein op te hogen, gebruikte men het materiaal van de nabij gelegen steengroeve, die oorspronkelijk als een heuvel in het landschap lag. Op heden kan men nog steeds de oorspronkelijke arm naast de beide grachten naast het onthaalgebouw zien. Met de bouw van het onthaalgebouw en de beambtenwoning (zowel voor de stationschef als voor de post- en telegraafdienst) werd ook de nog steeds bestaande weg aangelegd)
In de nabije omgeving ontstonden 2 herbergen en 2 winkels (levensmiddelen en bouwstofhandel).
Vanaf 1890 reden dagelijks slechts 4 reizigerstreinen, die dan ook nog slechte verbindingen hadden met aansluitingstreinen. Het goederenverkeer was van in het begin af zeer intens. Sinds de ingebruikneming van de lijn Lommersweiler-Ülflingen (1889) was het enige zijspoor Aachen - St.Vith - Prüm tot een internationale verbinding geworden, dat het Akense kolengebied met het Luxemburgs - Lotharingse ertsbekken verbond. Daar Luxemburg tot de Duitse tolunie behoorde en Lotharingen in 1871 door het Duitse rijk was geannexeerd, konden de spoorwegtransporten tussen Aachen en Luxemburg goedkoop afgewikkeld worden. Jet transport van 1 ton staal over de spoorweg van het traject Luxemburg-Aachen Rothe Erde bedroeg 5,20 Mark. Laadde men het groene staal in Koblenz op rijnschepen, dan moest men 6,20 Mark betalen.
Vanaf oktober 1905 werd de snelheid op het traject Lommersweiler - Ülflingen van 27 km/uur tot 40 m/uur verhoogd. In de jaren 1910-1913 bereikte het goederenverkeer haar hoogtepunt op dit éénsporig traject rolden dagelijks 100 treinen, waarvan 16 passagierstreinen.
In het station van Lommersweiler werden de konvooien van een stootlocomotief voorzien om de stijging tot in Lengeler te kunnen overwinnen. Ook werden goederenwagons aan reizigerstreinen gekoppeld, om al het treinverkeer de baas te kunnen.

Een tweede spoor, zoals op de Vennbahn, werd hier niet aangelegd. Eerst in 1914 werden sporen aangelegd om voorbij te rijden in de stations van Reuland en Lengeler. De Pruisische militairen verhinderden om strategische reden en ook op basis van te verwachten hoge kosten dit traject efficiënt uit te bouwen.
Het dichte verkeer voerde onvermijdelijk tot ongevallen, die dikwijls dodelijk waren zoals deze op 16 december 1913 in het station van Reuland, waar de machinist en de stoker van een trein om het leven kwamen. Nadat de kolen- en het ertstransport vanaf de jaren 1930 verminderde en tenslotte stopte, ontwikkelde zich een zuivere lokale spoorwegbedrijvigheid: hout en aardappelen werden van hieruit vervoerd, terwijl kolen, briketten en mest aangevoerd werden. Een Solingen (D) afkomstige zakenman bracht zijn bedrijf dank zij de spoorweg door zijn inkoopmethodes (in het groot) tot bloei.
Na de oorlogsvernietigingen in de herfst en de winter van 1944 kon het traject van Reuland tot Lommersweiler niet meer voortdurend gebruikt worden; Reuland werd een eindstation. Tot 1962 gebeurden de goederenleveringen tweemaal per week vanuit Ülflingen en Gouvy. Tenslotte werden de Belgische stations van dit traject gesloten. De rails werden in 1964 opgeruimd. Het station was met twee hoofdspoorlijnen en twee zijsporen uitgerust, waarvan één met en één zonder laadperron.
Het hoofdgebouw, op heden privaatbezit heeft zijn oorsponkelijk karakter (inclusief zijn gotisch opschrift) behouden. Rechts van de ingang bevond zich de wachtzaal, links was de dienst voor het verzenden van goederen (pakjes) in een kleine aanbouw ondergebracht en rechtdoor ging het naar het stationsloket.
-------------------------
Iets voorbij Steffenshausen stuitten we op het oude stationsgebouw en pakhuis van Reuland.
Het voormalige spoor werd vervangen door een fietspad, dat zeker en vast de moeite is om te volgen. Een pittig detail is dat men voor de bouw van het station ‘de Our’ over enkele honderden meters heeft verlegd.
Van beneden uit aan de verlaten groeve van Steffenshausen kijk je onvermijdelijk op de St. Hubertuskerk van Weveler. Van de hoofdweg rij je de berg rechts op en bezoek de kerk en het kerkhof, echt de moeite dit ‘Europees erfgoed’.
De Sint-Hubertuskapel van Weweler
De Sint-Hubertuskapel van Weweler is een prachtig sanctuarium met volledig witte muren. Haar Romaanse toren uit de XIIIe eeuw is gedekt met op elkaar geplaatste kleine kappen. Het schip en het koor (XVe en XVIe eeuw) lijken verdrukt onder de oneindig opeenvolgende dakhellingen. In de kapel schijnt een zacht licht, gefilterd door mooie kerkramen uit dezelfde tijd.
U kunt er een houten Christusbeeld uit de XVIIIe eeuw bewonderen, alsmede vergulde houten beelden uit dezelfde tijd en oudere grafstenen.
Bron: http://eastbelgium.com/reuland-ouren/
Je volgt de weg verder naar beneden en steek de hoofdbaan schuin rechts over: Een gezellig restaurant met visvijvers duikt voor je op.
Weweler muhle was vroeger een oude watermolen. Maar ook wat verderop in ‘der Alter Mühle’ of in het ‘Pannenkoekenhuis’ van Oberhausen wordt je culinair verwend.
Dit stuk Our is de place to be om het sportieve aan het aangename te koppelen.


Aan der Alte Mühle observeerden we drie aalscholvers op zoek naar … lekker vis en dit zonder vergunning op zak.




Iets voorbij Weveler rij je rechts van een oude, houten douanepost een bomengallerij in, vanaf hier ontdek je hier een “andere” Our, rotsachtiger en dieper ingesneden. In de winter bij vriesweer hangen de ijspegels als orgelpijpen aan de rotsen en aan ’t eind van die natuurtunnel kom je aan in het schilderachtige, kunstenaarsdorp Ouren.
Een sprookjesachtig oord met burcht en geschiedenisrijke ‘Peterskirche’. Je wandelt achter de kerk via het kerkhof het pad van “de riddersprong” in.
De legende van de Rittersprong:
Een roofridder was bovenalles verliefd op de vrouw van de ridder van Ouren. Zijn besluit stond vast, de geliefde van Ouren behoort jou, en een vluchtplan werd uitgewerkt. Om een eventuele achervolging te voorkomen werd het paard nieuw beslagen, maar de hoefijzers werden gedraaid, zodat het achtergebleven spoor in te tegenovergestelde richting leidde.
Zoals afgesproken, troffen zich de ridder en de genadigde van Ouren in de schemering aan de voet van de burcht. Hij tilde zijn geliefde op het paard, en spoedde weg. De vlucht werd bemerkt, en de achtervolging begonnen. Men hoorde duidelijk de rijder met de nieuwe hoefijzers over de stenen en de rotsen vluchten, en omdat op stenen en rotsen zijn hoefijzers geen spoor achter lieten werden ze ingehaald, op de heuvel langs de Our.
Die gevangenschap betekende voor beide een zekere dood. De moedige ridder gaf zijn paard de sporen, en alle drie stortten in de diepte. Een geweldige sprong van de spits van de rots tot in de Our.
De stroming van de Our zorgde voor een min of meer zachte landing, en ook al brak het trouwde paard zijn benen, in ieder geval waren ruiter en amazone gered.
Nu kan men in de rotsen lezen „feli dei terogamus audi nos“. Dat betekend: Zoon Gods we smeken U verhoor ons.
De ridder beloofde als dank een kapel op deze plek op te richten. Omdat hij zijn behoefte niet hield, werd hij door de bliksem getroffen.
De tegenwoordige weg bestond toen nog niet (men reed door de Our heen en langs het dal – van Stubach tot Ouren stak men zeven maal over).
Bron : http://eastbelgium.com/reuland-ouren/
Op het hoogste punt van de rots staat een kapel en op ’t eind van ’t smalle pad kijk je vanuit een arendsnest vol bewondering naar de kronkelende Our in het dal.
Als je het sprookjesdorp vanuit de hoogte wilt zien rij dan een stukje de weg op naar Weiswampach (lux), adembenemende uitzichten wisselen elkaar af.
Je keert terug naar het centrum van Ouren en enkele kilometers voorbij het dorp bereikt men het 3-landenpunt, waar een Europese gedenkplaats werd opgericht voor de stichters van Europa (heel leerrijk).
De zon kruipt achter de bergen, de Our ademt een mysterieuze nevel uit, ’t is tijd om onze vierde etappe te beëindigen, de laatste op Belgische bodem.